Normaliter ga ik naar de sportschool om een beetje fit te blijven, maar dat zal voorlopig niet lukken. Daarom neem ik mij voor in huis bewust veel te bewegen. Af en toe extra de trap op. Steeds goed bukken bij het inruimen van de vaatwasser. Een volle boodschappentas heffen. Ik vind mijzelf hier best creatief in. En goed bezig! Mijn sportschool heeft, nu ze geen lessen meer kunnen aanbieden, vanmorgen YouTube filmpjes geplaatst met oefeningen. Reuzehandig. Ik bekijk ze aandacht als ik, net wakker geworden, nog in bed lig. Als note bij de videotraining staat “Het is niet voldoende om alleen te kijken”. Ik schiet in de lach en neem mij voor om maar direct te beginnen. Beneden in de woonkamer, laat ik de gordijnen nog maar even dicht. Ik kies voor de online club-workout van acht minuten. We beginnen met grapevines. Ik stap bijna op de staart van onze kat, die geschokt naar boven glipt. Dan het heffen met de poef voor het lichaam. Zo’n poef dient prima als sportattribuut, in Corona crisis!
Mijn dochter komt ondertussen in haar ochtendjas de woonkamer in. Ze heeft over een kwartier haar eerste online les. “Echt afzien, zo vroeg op”, verzucht ze. Terwijl ik inmiddels met de poef door de woonkamer walking lunges loop. Zodra ze mij waarneemt kijkt ze mij met een gezicht vol afgrijzen aan. “Mam, doe normaal!”
Ik besluit het over een andere boeg te gaan gooien. Ons gezin heeft in deze tijd behoefte aan meer gezamenlijke activiteiten, bedenk ik. En iedereen heeft een beetje stimulans nodig tot beweging. Daarom doop ik onze keukentafel om tot tafeltennistafel. Terwijl ik de laatste hand leg aan het tafeltennisnetje komt mijn man in sportkleding naar beneden. Ik reageer verheugd, pak een batje en ga klaar staan voor een fanatiek potje tafeltennis. Maar mijn man is geenszins van plan om te gaan tafeltennissen. Hij is een hardloper benadrukt hij. Een snelle kus op mijn wang en hij spurt de deur uit.
Uitnodigend zwaaiend met het tafeltennisbatje kijk ik mijn dochter aan. Maar ook zij heeft geen zin. In haar witte badjas sloft ze weg “Ik heb zoooo’n zwaar leven”.