Het is weekend en mooi weer. We hebben ongekend veel vrije tijd deze twee dagen. Geen sportactiviteiten van de kinderen, geen sociale afspraken en geen andere verplichtingen. We beginnen rustig aan. Eerst koffie en genieten van het zonnetje in de tuin. Al snel ploppen er allerlei ideeën op. We kunnen de tuinbank beitsen. Een soort pergola maken voor die wild groeiende struik. De buxus, die de laatste aanval van de buxusmot niet heeft overleefd, uitgraven. De nieuwe pootjes onder onze nachtkastjes schilderen. Het witte kleed in de voorkamer eens goed reinigen en laten drogen in de zon. Er is zoveel ruimte voor mogelijkheden!
Ik ben een iets impulsiever type dan mijn man. Hij tempert mijn energie en stelt voor eerst maar eens naar de bouwmarkt te gaan. Sounds like a plan.
Als we aankomen fietsen lijkt het of de bouwmarkt nog dicht is. Er staat een lange rij mensen. Het blijkt dat we niet de enigen zijn met klus-enthousiasme en er mag natuurlijk maar een gering aantal tegelijk in de winkel zijn. We sluiten achteraan. Ik overweeg of ik een foto zal maken van ons in de rij waarin iedereen op anderhalve meter afstand van elkaar staat. Maar zie ervan af, het voelt toch niet zo gepast.
Thuis gaan we aan de slag. Het lijkt wel of alle daadkracht, energie, aanpak-drift er tegelijk uitkomt. Voordat we het weten staan we tussen het schilderen van twee nachtkastjes, een vloerkleed te versjouwen en te boenen, de buxus uit te graven om daarna met een ladder een pergola aan het huis te bevestigen, terwijl ik ook nog even bedenk om de ramen te lappen. De trap staat er nu tenslotte toch al.
Een activiteitenprogramma dat we makkelijk hadden kunnen uitspreiden tot begin juni. Die Coronamaatregelen, tjonge doodmoe word je ervan!