Het is prachtig weer om erop uit te gaan. Fietsen door de duinen. Wandelen door de natuur. Lunchen op het strand. Een terrasje pakken in de stad. Maar #blijfbinnen is het devies. Gelukkig hebben we een tuin.
Ik nestel mij met een boek op het bankje in de zon. Om mij heen hoor ik ijverige buren, die ook binnen blijven. Er wordt geveegd, gezaagd, geboord, geschuurd en gesnoeid dat het een lieve lust is. Het brengt mijn man op een idee. Hij oppert om onze tuinmeubilair in een leuke kleur te beitsen. Goed idee.
We hebben een vaste taakverdeling. Hij doet de voorbereidingen, zet alles klaar en schuurt. Ik verf, knoei en kleef. Dus hij kan eerst aan de bak.
Ondertussen belt mijn moeder. De bloemen die ik als verrassing voor ze had besteld, zijn er eindelijk. Een paar dagen later dan verwacht. Waarschijnlijk door heel het land gereden. Milieu-technisch toch niet zo’n goede actie achteraf gezien. Maar ze staan prachtig.
Ongeduldig sta ik klaar met mijn kwast. Mijn man heeft zijn nauwkeurig uitgevoerde schuurklus afgerond. Het is mijn beurt en ik begin. In een tuin verderop maken twee buurmannen een praatje. Ze uiten hun zorgen over de hele Corona situatie. Orders op het werk nemen af, kwetsbare gezondheid, hoe lang zal het nog duren. “Voor de natuur is het wel heel goed”. “Zeker”, beaamt de ander “en voor de hele consumptiemaatschappij”. “Ja, ook dat! Ik hoop dat ZE hier echt van leren.” De ander stemt toe. Dan is het even stil. “Nou, ik ga weer verder. Ik rij zo naar de groothandel, even wat voorraad vlees inslaan nu het barbecue seizoen weer is geopend. Heb jij nog iets nodig?” “Goed bezig buurman! Waarschijnlijk zijn we de hele zomer toch aan huis gekluisterd. Onze vakantie naar Ibiza, zal dit jaar wel niet doorgaan.” De ander schudt zijn hoofd. “Ik neem wel wat zomers fruit voor jullie mee, als troost”
Het schilderwerk is klaar. Als ik de terpentine wil pakken, merk ik dat er iets aan mijn voet kleeft. Ik trek het eraf. Het is een bouwmarkt bon. Beits, kwasten, terpentine. “De consumptie maatschappij, dat zijn zij, wij én jij!” spreekt een heldere stem in mijn hoofd. Het wordt mijn mantra.