Deze week zou ik eigenlijk naar Gent gaan. Om les te geven aan de universiteit over seksuologie bij mensen met een verstandelijke beperking. Meestal maken we er een gezellig uitje van, mijn man en ik. Een leuk hotel, lekker eten, winkelen, musea (’t Lam Gods stond op het programma). Maarja alles gaat anders deze weken, dus dit ook.
Het idee is nu dat ik mijn PowerPoint toestuur, met ingesproken tekst bij elke slide. Dat lijkt mij geen probleem, eigenlijk best leuk om eens te doen. In de avonden zoek ik uit(oké we, zoeken uit want mijn man helpt volop mee) hoe het een en ander werkt. Piece of cake!
Op mijn werk heb ik vandaag aanwezigheidsdienst en omdat er maar een gering aantal collega’s aanwezig mogen zijn, is het erg rustig. In een verloren uurtje ga ik aan de slag met het inspreken. Alles staat klaar, de microfoon, de laptop, de powerpoint en ik begin. Hakkelend en stotterend begin ik aan de slide waarin ik mijzelf wil voorstellen. Nou ja!! Dat is gewoon alleen mijn naam, functie en ervaringen benoemen, het heeft nog niets met ingewikkeldere inhoudelijke informatie te maken. Maar het komt belabberd uit mijn mond. Na vier keer overdoen staat het erop. Pas dan bedenk ik dat het misschien toch wel leuk is bij deze slide om ook de powerpoint camera functie te gebruiken. Dan hebben studenten er toch ook een beeld bij. Zo gezegd, zo gedaan. En net terwijl ik bezig ben met opnemen, zie ik in mijn beeldscherm de deur opengaan en een van mijn weinig aanwezige collega’s verschijnen om iets uit de kast te pakken. Dat staat dus ook op camera. Het moet weer opnieuw! Tijdens de volgende poging, merk ik dat mijn collega, die zich vol excuses gehaast uit de voeten maakte, de deur niet goed heeft gesloten. Langzaam wijkt de deur verder open. Ik waag het erop, anders moet ik mijn koptelefoontje weer afdoen en het is tenslotte toch niet druk. Deze keer lijkt goed te gaan. Mijn stem klinkt vast en de zinnen rollen soepel uit mijn mond. Net als ik over mijn ervaringen begin te vertellen klinken er harde stemmen vanuit de gang. De twee medewerkers van de schoonmaakdienst staan bij het aanrechtje, twee meter van mijn kantoor vandaan. Ze beklagen zich luid dat het serviesgoed dat hier in de kasten staat, daar niet hoort te staan en gewoon naar de derde etage waar het restaurant is, gebracht hoort te worden. “Ik snap die mensen niet, helemaal niet in deze tijd, een beetje samen alert zijn, weet je!”
Ik zucht en klap mijn laptop dicht. Dit ga ik thuis wel doen. Het moet morgen online, dus dat wordt nachtwerk. Ach ik had mij het zo anders voorgesteld die dagen in Gent.